De hoogbegaafde studenten krijgen een nieuwe invalshoek van het vak Cold Case. Zij gaan aan de slag met een kunstroof. Een van de bekendste diefstallen ter wereld en tot op de dag van vandaag een cultureel trauma in België.
Het paneel werd gestolen in de nacht van 10 op 11 april 1934, samen met het paneel (grisaille) dat Sint-Jan de Doper voorstelt. Drie weken na de diefstal ontving het bisdom een chantagebrief van een onbekende die zichzelf identificeerde met de letters D.U.A. Hoewel deze D.U.A. wel de grisaille retourneerde als blijk van zijn positie om te kunnen onderhandelen, liepen die onderhandelingen uiteindelijk vast. Een van de verdachten die betrokken zou zijn geweest bij deze kunstroof, als afperser, is Arsène Goedertier, een wisselagent uit Wetteren. Hij verklaarde in de laatste minuten op zijn sterfbed aan zijn vriend en advocaat Georges De Vos dat hij de enige was die wist waar het paneel zich bevond. Goedertier had volgens het verslag van de advocaat echter niet meer de kracht om met zijn laatste adem die bergplaats te onthullen. In het bureau van Goedertier werden korte tijd later de doorslagen gevonden van de D.U.A.-brieven waarmee de correspondentie met het bisdom werd gevoerd, alsmede een aantal schetsen. Ondanks die informatie kon men het paneel echter niet terugvinden (bron: Wikipedia).
Sindsdien zijn vrijwel alle mogelijkheden onderzocht. Professionele- en amateuronderzoekers zijn vaak decennia lang druk doende om tal van (soms ernstig onwaarschijnlijke) theorieen te onderzoeken. Zonder resultaat. De studenten zullen met behulp van de (statistische) technieken die zij gebruiken bij de cold cases voor de recherche, met deze zaak aan de slag gaan. Daarbij zullen zij alle scenario’s beoordelen. Meest interessant is dat zij zelf een scenario hebben geformuleerd waar tot op heden niet aan is gedacht. Spannend!